De Geitenkermis




In Broekhuizenvorst wordt jaarlijks de woensdag volgend op de tweede zondag na Driekoningen (6 januari) het eeuwenoude geitenkermis gevierd. Het is geen gewone kermis met draaimolens, schiettenten etc., maar een winterkermis met als hoogtepunt de geitenmaaltijd met veel bier op woensdagavond.

Hoe en wanneer deze traditie is ontstaan is niet bekend. Er zijn echte aanwijzingen dat reeds in 1685 op de patroonsdag van Sint Anthonius werd "geteerd". Op deze patroonsdag werden alle boeten, die als straf voor overtredingen werden geïnd, omgezet in geitenvlees en bier. Het gilde uit die tijd zat er nogal warmpjes bij en zo gebeurde het dat met schenkingen van het gilde aan zijn dorpelingen, waarvan er velen op de landerijen werkten, deze groots opgezette feestmaaltijd op de patroonsdag gezien kon worden als een religieuze offermaaltijd voor het welslagen van de oogst en de veeteelt in het komende jaar.


Het feest start met het traditioneel uitroepen van een geitencommissie, die onder leiding van een "opperbok" de organisatie op zich zal nemen. Op het eind van de jaren zestig bleek het steeds moeilijker om elk jaar weer een nieuwe commissie te vormen. Vanaf 1969 word de geitenkermis beurtelings georganiseerd door de Fanfare Broekhuizenvorst en Ooijen, carnavalsvereniging de Blauwpoët en voetbalclub SVEB.

's Zondags na de hoogmis verzamelt de "geitenclub" zich in het plaatselijke café. Traditioneel worden dan de kaarten voor het geitenmaal verkocht. De opbrengsten en giften worden overgedragen aan de kassier van de geitenclub, ook wel buuldrager genoemd.


Met dit geld gaat de geitenclub 's maandags op pad om de geiten te kopen. Dit kopen gaat gepaard met een bepaald ritueel. Om de koopovereenkomst, volgend op bod en aanbod, op gepaste wijze te beklinken worden na het handjeklap nog enkele glaasjes jenever geledigd en zet de buuldrager de koop kracht bij door de overeengekomen koopsom uit te betalen. Als er genoeg geiten zijn gekocht worden deze ergens in het dorp op een geheime plaats ondergebracht, want het wil nogal eens gebeuren dat 's nachts enkele lui op stap gaan om de geiten te zoeken er een mee te nemen, zodat de geitenclub dinsdag als men naar de slagerij wil gaan een geit mist. De "dieven" willen de geit alsnog afstaan, maar er moet wel iets tegenover staan, zoals een krat bier.


Dinsdags worden de geiten geslacht en 's middags wordt bij de bierbrouwerij in Arcen een vaatje bier geledigd dat traditioneel door deze brouwerij wordt geschonken. 's Avond wordt de geitenlever door de commissieleden en de brouwerijgangers verorberd.

Woensdagmorgen wordt de geit in heel kleine stukjes gesneden en 's middags wordt dan door enkele vrouwen begonnen met het braden van de geit.

Op woensdagavond vlak voor het geit-eten word te gelukspop "Tunnis" met bier vergoten en door het dorp gedragen en temidden van een lach en een traan van de aanwezigen wordt de pop verbrand. Dit offer is een symbool: het einde van de winter en de geitenkermis. Ten teken van rouw dragen de deelnemers een speelkaart in het knoopsgat. Zodra Tunniske alleen nog maar stof en as is maakt droefheid plaat voor grote vreugde. Zingend en dansend ontmoeten de dorpelingen elkaar voor de maaltijd.

Tunnis 1932
Tunnis Ongeveer 1935
Tunnis Ongeveer 1935